Als arts investeer je heel wat in je zaak. Gelukkig kan je die uitgaven ook fiscaal afschrijven en zo een stuk van de kosten aftrekken van je belastingen. Maar dat is niet de enige manier om je investering deels terug te krijgen. Annemie De Mol, accountant bij SBB Accountants & Adviseurs, vertelt je meer over de investeringsaftrek.
Of je nu zelfstandig werkt of in een vennootschap, in een artsenpraktijk doe je heel wat investeringen. Denk maar aan:
Al die investeringen kan je op 3 manieren gedeeltelijk terugverdienen.
Dit is ‘de klassieke manier’: gespreid over een aantal jaren trek je de kosten die je maakte af van je belastingen. Zowel zelfstandige artsen als artsen in een vennootschap kunnen van dit voordeel genieten.
Voorbeeld: de aankoop van hardware
Je investeert voor € 3.000 in hardware die je zuiver voor professionele doeleinden gebruikt. Hardware wordt afgeschreven op 3 jaar. Je zal dus jaarlijks € 1.000 van je belastingen kunnen aftrekken.
Een extra mogelijkheid voor zowel zelfstandige artsen als artsen in een vennootschap is de investeringsaftrek. Daarmee kan je een deel van de aankoopprijs van je investering aftrekken van je belastbare inkomsten.
Hoeveel je precies kan inbrengen, hangt af van het moment waarop je investeerde:
Let op!
Niet alle investeringen komen in aanmerking voor de investeringsaftrek. Deze zijn uitgesloten:
- personenwagens
- tweedehandsinvesteringen (niet of op minder dan 3 jaar afschrijfbaar)
- een zelfstandige arts die een investering gemengd gebruikt (bv. een arts die een laptop ook privé gebruikt)
- een artsenvennootschap die het gebruik van de investering afstaat aan een privépersoon (bv. een bedrijfsleider die een laptop ook privé gebruikt)
Stel je je praktijkruimte of -materiaal ter beschikking van een andere arts of vennootschap, dan is er geen probleem.
Voor zelfstandige artsen is er nog een derde fiscaal voordeel. Groeit je beroepsvermogen omdat je met eigen middelen investeerde, dan kan je een belastingkrediet van 10% krijgen op die aangroei, tot maximaal € 3.750. Dit bedrag kan je integraal van je personenbelasting aftrekken.
Samengevat: rekenvoorbeeld
Allemaal mooi in theorie, maar wat betekent dit nu concreet voor jou als arts? In dit voorbeeld passen we alle mogelijke voordelen voor een zelfstandig arts toe:
Stel dat je bruto beroepsinkomen als zelfstandig arts € 80.000 bedraagt. Je deed het voorbije jaar drie investeringen: de bouw van je praktijkruimte, inrichtingswerken en de aankoop van hardware.
Investeren in hardware? Corilus beschikt over een ruim gamma aan producten op maat van jouw praktijk: van desktops tot laptops, van printers tot beeldschermen. Bekijk onze hardware-oplossingen.
Je trekt een deel van die investeringen af via je belastingen. Daarbovenop komt nog eens de investeringsaftrek, die 25% bedraagt tot 31 december 2022. Het totaal van de afgeschreven kosten en investeringsaftrek bedraagt – na het toepassen van de personenbelasting (50%) – € 19.094,50.
Als zelfstandig arts kan je daar nog een belastingkrediet van € 3.750 aan toevoegen. Dat zorgt in totaal voor een besparing van € 22.844,50.
Voor artsen in een vennootschap geldt hetzelfde rekenvoorbeeld, maar:
- de 50% besparing op de personenbelasting valt weg en wordt een 25% besparing op de vennootschapsbelasting
- het belastingkrediet is niet van toepassing
Meer weten over de investeringsaftrek?
Herbekijk hieronder ons verhelderend webinar of neem contact op met de experts van SBB.
Investeren in hardware? Corilus beschikt over een ruim gamma aan producten op maat van jouw praktijk: van desktops tot laptops, van printers tot beeldschermen.
Bekijk hier onze hardware-oplossingen.
