Zo ga je van start als kinesitherapeut

Met jouw diploma van kinesist op zak, wil je zo snel mogelijk uit de startblokken schieten. Een praktijk starten, is echter een stevige onderneming. Financiering, verzekering, business plan? Ontdek welke acties onmisbaar zijn om je start als kinesitherapeut in goede banen te leiden.

1. Aan de slag met een RIZIV-nummer, erkenning en visum

Elke kinesitherapeut die in België aan de slag wil gaan, moet een visum, een erkenning en een RIZIV-nummer bezitten. Het visum is het attest dat je nodig hebt om het beroep van kinesitherapeut te mogen uitoefenen. Met het RIZIV-nummer kan je de geleverde prestaties aangeven, waardoor jouw patiënten kosten voor de behandeling bij hun ziekenfonds kunnen recupereren. Het visum, de erkenning en het RIZIV-nummer zijn automatisch gekoppeld aan het behalen van het diploma. Van zodra je jouw diploma hebt behaald, krijg je dit belangrijke drietal automatisch toegestuurd. Wie beschikt over een RIZIV-nummer, kan ook een RIZIV-premie aanvragen. Met die premie kan je jaarlijks extra sociale zekerheid opbouwen.

De eerste stap naar een eigen praktijk verloopt dus haast als vanzelf. Enkel wie wil specialiseren, moet daarvoor zelf een erkenning aanvragen bij de FOD Volksgezondheid via het e-loket.

2. Schrijf een business plan

Een diploma van kinesitherapeut en de juiste documenten zijn mooi, maar ze vormen geen automatische garantie op succes. Ook als startend kinesist is het belangrijk om goed na te denken over je strategische basis. Schrijf met andere woorden een businessplan dat uitlegt hoe jouw praktijk wil groeien. Niet zomaar door patiënten goed te behandelen, maar op basis van analyses die aangeven waar de uitdagingen schuilen en welke stappen je wil ondernemen om jouw plannen concreet in te vullen. Wat moet je zoal overwegen:

• Maak jouw ‘elevator pitch’: zorg ervoor dat je in enkele zinnen kan uitleggen waar jouw kinesitherapiepraktijk voor staat en waarmee je je onderscheidt.

• Omschrijf jouw missie: wat wil je bereiken, wat is het doel van jouw praktijk?

• Analyseer jouw sterke en zwakke punten. Maak een zogenaamde ‘SWOT’-analyse (strengths, weaknesses, opportunities and threats). Jouw specialisatie kan een troef zijn, de afwezigheid van sportclubs in de buurt een uitdaging, de komst van een woonzorgcentrum een opportuniteit en de start van een concurrent een bedreiging. Vanuit die analyse kan je voor alle relevante elementen bepalen welke stappen het best zijn voor jouw praktijk.

• Leg meetbare doelen vast. Houd het niet enkel bij jouw missie, maar geef ook aan wanneer jouw doelen behaald zijn. Bij een bepaald aantal patiënten in het algemeen of bij voldoende patiënten uit een specifieke doelgroep, bij een bepaalde omzet, als je voldoende naambekendheid geniet, enzovoort. Je kan zeer specifiek zijn en rekening houden met indicatoren zoals de productiviteit van therapeuten, de patiëntentrouw of de nettowinst.

3. Zoek financiering

Met het businessplan in de hand, heb je een belangrijk document klaar om de start van jouw praktijk te financieren. De inrichting en huur of aankoop van een praktijkruimte, toestellen kopen of personeel aanwerven, … het zijn stuk voor stuk investeringen waarvoor je als starter een beroep kan doen op een financiële instelling. Neem een berekening van die kosten mee in uw plan.
Weet overigens dat ook startende kinesisten, zelfs als ze geen eigen praktijk hebben, al heel wat kosten kunnen inbrengen. Bekijk met jouw boekhouder of je ervoor kiest om die werkelijk in te brengen of kiest voor het wettelijk jaarlijks forfait.

4. Start een zaak

Een goed gesprek met een boekhouder zal zich ook opdringen om van je praktijk ook echt een onderneming te maken. Om te beginnen zijn heel wat juridische formules mogelijk: je kan een vennootschap oprichten, maar ook als eenmanszaak van start gaan. En dat kan je doen in hoofdberoep, maar net zo goed in bijberoep. Maar dat is niet het enige dat je als starter moet regelen. Je opent een zakelijke zichtrekening, schrijft je in bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) en bij een sociaal verzekeringsfonds (waarbij je sociale bijdragen betaalt).

5. Verzeker uw praktijk

Naast de sociale verzekering, die jou toelaat om sociale rechten (denk maar aan een arbeidsongeschiktheidsuitkering) op te bouwen, is het goed om na te denken over de verzekering die jouw praktijk nodig heeft. Een verzekering beroepsaansprakelijkheid en burgerlijke aansprakelijkheid zijn sowieso verplicht. Niet verplicht, maar wel zeer te overwegen zijn onder andere een polis gewaarborgd inkomen of een verzekering voor rechtsbijstand.

6. Organiseer uw administratie

Verzekeringen, sociale bijdragen, betalingen, terugbetalingen, lonen, contracten,… het starten en beheren van een kinesitherapiepraktijk breng heel wat administratieve taken mee. Zoek ondersteuning waar mogelijk en bekijk in welke mate digitalisering en het gebruik van software de administratieve last kunnen beperken.

download de gratis startersgids voor kinesitherapeuten