Waar gaat het heen met huisbezoeken? Prof. dr. Bert Vaes stelt zijn diagnose

Mensen vinden steeds meer de weg naar hun huisarts. Tussen 2012 en 2021 steeg het aantal raadplegingen in de Belgische huisartspraktijken met zo’n 16% volgens statistieken van het RIZIV. Huisbezoeken zitten dan weer in dalende lijn. In 2021 trokken alle Belgische huisartsen samen ruim 8,6 miljoen keer op huisbezoek. In 2012 was dat nog meer dan 13,3 miljoen. Een daling van zo’n 35% op tien jaar tijd. “Huisbezoeken nemen af, maar verdwijnen zullen ze nooit”, meent prof. dr. Bert Vaes.

Schermafbeelding 2022-06-27 om 17.33.44Huisbezoeken claimen nog altijd heel wat ruimte in de agenda van menig arts. Hoe plan en organiseer je ze het efficiëntst? En hoe bieden digitale tools – zoals CareConnect en de Go Visit-applicatie – soelaas? Prof. dr. Bert Vaes, docent aan de KU Leuven en huisarts bij Groepspraktijk Hoeilaart, maakt vanuit zijn praktijkervaring de balans op.

Een blijver

“Het aantal huisbezoeken zal in de toekomst wellicht nog dalen, maar verdwijnen zullen ze nooit”, steekt Bert Vaes van wal. “Er zullen immers altijd patiënten zijn die om lichamelijke, medische of praktische redenen niet naar de praktijk kunnen komen. Al is dat niet het enige wat speelt. Soms is een huisbezoek ook om andere redenen essentieel. Bijvoorbeeld bij oudere en eenzame patiënten. Voor hen ben je vaak een ‘lijfarts’. Een geruststellende bron van sociaal en fysiek contact dat je niet zomaar door een klassieke consultatie of een telefoongesprek vervangt. In de praktijk merk ik dan ook dat, ondanks de algemene daling, het aantal huisbezoeken bij dergelijke patiënten zeer stabiel blijft.”

“Een huisbezoek blijft voor sommigen, zoals oudere en eenzame patiënten, essentieel: voor hen ben je vaak een ‘lijfarts’.”

Over uitdagingen en oplossingen

Aan huisbezoeken blijven wel een aantal praktische uitdagingen verbonden. “Bepaalde onderzoeken en medische handelingen verlopen moeilijker bij de patiënt thuis dan in de huisartspraktijk”, bevestigt Bert.” Denk aan een gynaecologisch onderzoek, maar evengoed een wondhechting. In een thuisomgeving ontbreekt bepaalde infrastructuur nu eenmaal.”  

Qua administratieve opvolging vindt Bert tijdens huisbezoeken wel soelaas in digitalisering: “De artsen in onze groepspraktijk trekken er allemaal met een laptop op uit wanneer ze bij patiënten langsgaan. Dankzij ons softwaresysteem kunnen we waar en wanneer dan ook het medische dossier van onze patiënten raadplegen, updaten en – indien nodig – delen met andere zorgverleners. En dat werkt bijzonder vlot! Zo hoeven we achteraf geen notities over te typen in het dossier en hebben we altijd een volledig beeld van het zorgplan voor onze patiënten. Ook bij het heen-en-weerboekje, dat nog vaak wordt gebruikt om bij patiënten thuis bepaalde informatie tussen verschillende zorgverleners uit te wisselen, winnen we tijd.”

“Dankzij ons softwaresysteem kunnen we waar en wanneer dan ook het medische dossier van onze patiënten raadplegen, updaten en delen met andere zorgverleners.”

“De connectiviteit is soms wel een uitdaging”, gaat Bert verder. “Lang niet alle patiënten – met name de oudere generaties – beschikken over een wifi-verbinding thuis. Ik werk dan doorgaans via mijn smartphone met een persoonlijke hotspot voor mijn laptop. Al is die niet altijd even stabiel en valt die soms weg tussen huisbezoeken door. Gelukkig kunnen we ook offline in de software aan de slag. Dan is het gewoon zaak om het elektronische medische dossier (EMD) van de patiënt achteraf in de praktijk te actualiseren.”

Digitale alternatieven op de agenda

Een ander aandachtspunt is de planning. Bert: “Ik probeer huisbezoeken zoveel mogelijk te plannen op vaste tijdstippen: maandagnamiddag en dinsdagvoormiddag. Die momenten zijn bij mij doorgaans op voorhand geboekt. Dat is nodig, want ik werk ook halftijds voor de KU Leuven. Komt er een dringende vraag voor een huisbezoek, dan verdelen we die onder de collega’s van de groepspraktijk. Met een digitaal agendasysteem gaat dat vlot.”

“Al bestaan er nog alternatieven”, voegt Bert toe. “Sinds corona zien we dat almaar meer patiënten openstaan voor een consultatie via telefoon of videocall. Niet alleen biedt dat meer flexibiliteit, als arts winnen we er ook tijd mee. Ook is het zo mogelijk om bepaalde telefoongesprekken als volwaardige consultaties te beschouwen en dus te factureren.”

“Sinds corona zien we dat almaar meer patiënten openstaan voor een consultatie via telefoon of videocall.”

Het EMD als motor voor geïntegreerde zorg

Of teleconsultaties nog veel potentieel herbergen? “Daar ben ik van overtuigd”, aldus Bert. “Al is de voorwaarde wel dat ze onderdeel zijn van een breder, interdisciplinair en geïntegreerd gezondheidszorgsysteem met het EMD als motor. Als arts staan we momenteel op een kruispunt. De hamvraag: hoe gaan we ons werk organiseren en wat voor huisarts willen we in de toekomst zijn? Dat ik daarbij een aanhanger van ‘population health management’ ben, steek ik niet onder stoelen of banken. Op basis van data en feedback – die tijdens de routinezorg worden geregistreerd – zouden we specifieke indicatoren voor verschillende patiëntengroepen beter kunnen opvolgen en in kaart brengen. Dat zou toelaten om proactiever en nog meer op maat van de patiënt aan gezondheidszorg te doen.”

“Ik ben er zeker van dat het ook de druk op onze agenda zou verlichten. Zowel in de praktijk als voor huisbezoeken. Neem nu de opvolging van diabetespatiënten. Als uit de data zou blijken dat een groot deel van er goed of stabiel aan toe is, dan hoef je hen als arts bijvoorbeeld niet per se vier keer per jaar te zien. Misschien volstaat één of twee keer wel? Of de consultatie kan eventueel gerust telefonisch? De tijd die je daarmee wint, kan je dan volop spenderen aan patiënten met complexe ziektebeelden.”

Touwtjes in eigen handen

Ook stelt een geïntegreerd zorgsysteem huisartsen in staat om proactief in plaats van reactief met de zorg én planning om te gaan”, vertelt Bert. “Momenteel wachten we eerder af tot de patiënt bij ons komt, terwijl we preventiever zouden kunnen ingrijpen, bijvoorbeeld door op basis van datagedreven parameters bepaalde leeftijds- en patiëntengroepen zélf te benaderen en uit te nodigen. Zo kan je als arts je consultaties op voorhand realistischer inschatten. En je houdt meteen ook meer de touwtjes van je agenda in handen.”

“Een geïntegreerd gezondheidszorgsysteem stelt huisartsen in staat om proactief in plaats van reactief met zorg én planning om te gaan.”

“Ook rekenen we als huisarts vandaag standaard een twintigtal minuten per consultatie. Maar zowel in de praktijk als op huisbezoek is dat niet houdbaar op de langere termijn. Door geïntegreerd en datagedreven te werken, schat je de problematiek van je patiënt mogelijk beter en tijdiger in. En dan kan je de tijdsduur van geplande afspraken daarop afstemmen. Voorlopig is dit alles nog enigszins toekomstmuziek, maar de eerste stappen in die richting zijn gezet. Bovendien hebben we al de bouwstenen – het EMD en almaar meer geïntegreerde softwaresystemen – om de huisartspraktijk van de toekomst vorm te geven.”

Ook je consultaties zo geïntegreerd mogelijk beheren, waar dan ook? 

Met CareConnect General Practitioner surf je mee op de digitale golf. Zowel in je praktijk als thuis bij je patiënten vormt het EMD-systeem een ideale tool om je efficiëntie te verhogen op tal van vlakken: van planning over administratieve opvolging en facturatie tot het uitwisselen van informatie met andere instanties. In een oogopslag heb je een overzicht van je praktijk én je patiënt – voor kwaliteitsvolle zorg in een snel evoluerend zorglandschap.

Ontdek de voordelen van CareConnect General Practitioner.