Hoe je als woonzorgcentrum kan samenwerken met andere zorgverleners

Mantelzorgers, familieleden, thuisverpleegkundigen, een huisarts, een huisapotheker … De resident van vandaag kan terugvallen op een uitgebreid zorgteam. Hoe kan je als woonzorgcentrum efficiënt samenwerken met deze instellingen en zorgverleners?

1. Efficiënte informatieoverdracht

Van een nieuwe bewoner zou je zicht moeten hebben op zijn medische geschiedenis. Belangrijk is dat die informatie ook gedeeld kan worden met het ziekenhuis, in geval van een plotse opname.

Digitaal kan je deze samenwerking met 3 zaken optimaliseren:

  1. Liaisonfiche: je vraagt de huisarts om de medische gegevens uit het elektrisch medisch dossier naar een digitaal document voor je WZC om te zetten.
  2. Bewonersdossier: de huisarts stuurt de liaisonfiche naar het bewonersdossier in je woonzorgcentrum. Je medewerkers kunnen het document dan als bijlage consulteren. Ook voor de huisarts van wacht kan dit een grote meerwaarde zijn, aangezien die over de meest recente medische informatie beschikt.
  3. Transferfiche: bij een ziekenhuisopname verzamel je de noodzakelijke zorggegevens en -afspraken uit het elektronisch bewonersdossier. Samen met de liaisonfiche vormt dit de transferfiche, die wordt doorgestuurd naar het ziekenhuis.

Zowel de huisarts van wacht, als het ziekenhuis en je woonzorgcentrum beschikken nu over alle relevante informatie om de hoogste zorg te bieden.

2. Inzagerechten voor de privacy

Een heikel punt bij informatieoverdracht is de privacy: hoe zorg je ervoor dat de medische gegevens van een resident enkel beschikbaar zijn voor de medewerkers met een therapeutische relatie?

Software laat je toe om duidelijke inzagerechten in te stellen. Een zorgkundige krijgt bijvoorbeeld een uitgebreide beschrijving van welke taken hij/zij moet uitvoeren en een kort overzicht van de verantwoordelijkheden van een verpleegkundige. Ook animatoren, ergotherapeuten en kinesisten krijgen enkel toegang tot de informatie die ze nodig hebben om hun zorgtaak te volbrengen.

3. Teleconsultaties bij overleg en opvolging

Door de coronacrisis schakelden veel huisartsen noodgedwongen over naar teleconsultaties met patiënten in woonzorgcentra. Ook deze twee redenen zullen ervoor zorgen dat teleconsultaties gangbaar worden:

 

  1. De huisarts hoeft zich niet te verplaatsen en wint zo tijd.
  2. Ze zijn makkelijker in te plannen, zodat een verpleegkundige bv. altijd kan aansluiten.

Uiteraard is een teleconsultatie niet altijd aan de orde. Klinische onderzoeken moeten bijvoorbeeld altijd ter plaatse plaatsvinden. Een opvolgingsgesprek over de medicatie kan dan wel weer digitaal.

Teleconsultaties hoeven niet uitsluitend tussen huisartsen en patiënten te gebeuren. Ook tussen zorgmedewerkers onderling is digitaal overleg aan te raden. Zeker in grotere zorggroepen, waar werknemers vaak gespecialiseerd zijn in bepaalde zorgtaken. Heeft een verpleegkundige van zorginstelling A een resident met een ernstige wonde, dan kan hij of zij in een teleconsultatie advies vragen aan een verpleegkundige van zorginstelling B, die bijvoorbeeld meer afweet van wondzorg.

4. Gezondheidsportaal voor (familie van) de resident

De noodzaak om medische informatie uit te wisselen onder zorgverleners is duidelijk. Maar steeds vaker wil ook (de familie van) de resident op hoogte blijven. Een digitaal gezondheidsportaal zoals Helena komt tegemoet aan die vraag. Via Helena kan je woonzorgcentrum – met de nodige toestemming en mandaten – veilig communiceren met de familie van een resident over de zorg en medicatie.

Ook kunnen zorgverleners gegevens delen met andere zorgverstrekkers, na de nodige goedkeuringen. Wie die toestemming krijgt, kan onder meer medicatieschema’s, laboresultaten en foto’s raadplegen. En de resident? Die blijft veilig de baas over zijn gegevens.

De samenwerking met andere zorgverleners is slechts een van de verschillende trends die de ouderenzorg momenteel doormaakt. Welke andere uitdagingen, evoluties en technologieën op je afkomen? Ontdek het in ons gratis e-book ‘De ouderenzorg van morgen’.

New call-to-action