Gegevensuitwisseling is vitaal voor de zorg
Hoe belangrijk is gegevensuitwisseling voor zorgverleners en patiënten? We vroegen het Ilse Weeghmans, directeur van het Vlaams Patiëntenplatform.
Op 22 april 2017 vond het 5de Symposium Medische Wereld van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) plaats. Samen met Edgard Eeckman (UZ Brussel) en Dr. Dirk Van Duppen (PVDA) debatteerde Ilse Weeghmans, directeur van het Vlaams Patiëntenplatform, er over de rechten en ‘plichten’ van patiënten. Hoe ze uiteindelijk ook bij (de nood aan) gegevensuitwisseling in de zorg uitkwamen, licht Ilse Weeghmans toe in een gastblog.
Hebben patiënten naast rechten ook plichten?
Het was de interessante vraag waarmee we ons debat op het VUB Symposium aanvingen. In 2002 werd in België een belangrijke mijlpaal bereikt door de rechten van patiënten officieel in een wet te gieten. De plichten van patiënten staan nog niet in steen gebeiteld. Maar is dat wel nodig?
Van patiënten wordt uiteraard verwacht dat zij afspraken en betalingen correct nakomen, een afgesproken therapie volgen en hun zorgverlener met respect behandelen. Maar moeten we van de zorgsector een uitzondering maken en die zaken expliciet als een gedragscode gaan formuleren? Want gelden die plichten eigenlijk niet altijd voor iedereen? Onze meningen verschilden, wat stof gaf tot een boeiend debat.
‘Overconsumptie’ in de zorg
De discussie over het al dan niet ‘aan banden leggen van patiënten’ bracht ons ook tot een ander belangrijk topic: de ‘overconsumptie’ in de zorg. Het zorgveld wordt namelijk wel eens met een markt vergeleken, waarin de zorgverlener gezien wordt als verkoper en de patiënt als consument. Die laatste is in België niet verplicht om een doorverwijzing van zijn huisarts op te volgen. Volgens sommigen leidt dat ertoe dat patiënten gaan ‘shoppen’ en met eenzelfde vraag verschillende specialisten opzoeken.
Deze vergelijking gaat volgens mij te kort door de bocht. Er zijn geen patiënten die voor hun plezier de wachtkamers aflopen. Natuurlijk zijn er wel die vaker gerustgesteld willen worden of graag een second opinion horen. Denk bijvoorbeeld aan personen met een chronische aandoening. In die gevallen kunnen onnodige consultaties of scans op twee manieren beperkt worden.
Enerzijds helpt de digitalisering consultaties efficiënter in te plannen en stelt het zorgverleners in staat om makkelijker gegevens over patiënten uit te wisselen. Anderzijds is transparantie cruciaal: de zorgverlener moet goed staven waarom hij bijvoorbeeld een behandeling niet opstart of een medicijn niet voorschrijft, zodat een patiënt voor die uitleg niet nog eens bij een andere instantie hoeft aan te kloppen.
“De essentie blijft de dialoog tussen zorgverlener en patiënt. De digitalisering kan die band wel versterken.”
Elektronische gegevensuitwisseling: een kernvoorwaarde
Met het Actieplan eGezondheid ondergaat de gezondheidszorg een belangrijke digitalisering. Dat brengt heel wat voordelen met zich mee voor de zorgverlener en de patiënt. Die laatste heeft recht op inzage in zijn dossier, en dus ook in zijn elektronisch dossier. Dat betekent dat hij – wanneer hij een doktersbezoek gepland heeft – de avond voordien zelf online kan bekijken wat de agendapunten of conclusies van een vorige consultatie waren.
Ook voor zorgverleners is die digitalisering goed nieuws. Via hun eigen softwarepakket kunnen zij allemaal terecht op één centrale server, VITALINK genaamd. Daar kunnen ze – met toestemming – digitale gegevens over hun patiënten eenvoudig en veilig met elkaar én met de patiënt delen. Een huisarts kan bijvoorbeeld samenvattingen van dossiers – SumEHR’s – met de wachtpost uit zijn buurt delen. Een apotheker kan via die server inzage krijgen in het medicatieschema van zijn klant.
Kortom: data-uitwisseling helpt de zorgkwaliteit te verbeteren. Momenteel werken wij samen met de Vlaamse overheid aan een instrument om de levensdoelen van personen met een chronische ziekte digitaal in kaart te brengen. Die moeten voor elke zorginstantie waarbij een patiënt aanklopt duidelijk zijn. Op die manier kan een huisarts er bijvoorbeeld naar streven om een persoon die chronisch ziek is maar absoluut nog wil sporten, geen medicatie voor te schrijven die kan leiden tot kortademigheid. Ook de apotheker zal hiervan op de hoogte zijn.
De essentie blijft de dialoog
Meer dan ooit is de patiënt betrokken en autonoom: niet alleen heeft hij een betere kijk op zijn dossier, hij informeert zichzelf ook via dokter Google. Sommige zorgverleners vrezen dat hun expertise daarmee ondermijnd wordt, maar we moeten dit zien als een positieve trend en uitdaging. Want ondanks die evoluties en de digitalisering blijft de essentie van goede zorg dezelfde, en dat is de dialoog: enkel door naar elkaar te luisteren en samen te werken, kunnen patiënt en zorgverlener goede beslissingen nemen. De digitalisering zal die band alleen maar versterken.